‘Bosuil’ Daniëlle van de Donk stopt na EK bij Oranje

VALKENSWAARD – Voetbalster Daniëlle van de Donk heeft aangekondigd na het Europees kampioenschap van volgend jaar in Zwitserland te stoppen bij de Oranjeleeuwinnen. De 32-jarige middenvelder uit Valkenswaard, kan terugkijken op een mooie interlandcarrière. Hoe een speelster van de ‘Bosuilen’ uitgroeide tot één van de grootste en beste voetbalsters ter wereld.

Als vierjarige begon Van de Donk met voetballen bij SV Valkenswaard. Via UNA speelde ze daarna op profniveau bij Willem II, VVV Venlo, PSV, BK Hacken, Arsenal en Olympique Lyon. Vooral die laatste twee clubs zijn grootmachten in het vrouwenvoetbal. Voor Oranje maakte ze haar debuut in 2010. Dit was in een vriendschappelijke wedstrijd tegen Mexico, waarin ze vijf minuten voor tijd inviel.

Het was het begin van een imposante interlandcarrière, waarvan de teller inmiddels staat op 156 interlands. In 2014 beleefde Van de Donk een eerste hoogtepunt in Oranje met de kwalificatie voor het WK. Het wordt het eerste WK ooit voor de Oranjevrouwen. In Canada wacht ook nog een ontmoeting met het koningspaar. Nederland strandt dat toernooi in de achtste finale, maar legt een basis voor het succes dat zal volgen.

Europees kampioen

Want met Van de Donk in de basis van alle wedstrijden pakken de Oranjeleeuwinnen in 2017 de Europese titel. In eigen land winnen ze in de finale van Denemarken. Van de Donk is zelf trefzeker in de halve finale tegen Engeland. Op het WK twee jaar later haalt Nederland weer de finale, daarin zijn de Verenigde Staten te sterk. Ook op dit toernooi staat de Valkenswaardse speelster in de basis.

Van de Donk heeft het vrouwenvoetbal zien groeien en bovenal zien professionaliseren. Naar verluidt verdient ze bij haar huidige club Olympique Lyon meerdere tonnen per jaar. Bedragen die in haar beginjaren nog niet werden uitgekeerd in het vrouwenvoetbal. Het EK volgend jaar in Zwitserland moet een mooi slotstuk worden voor de kleine middenvelder. In de kwalificatiepoule staat Nederland momenteel bovenaan.

Bron: Omroep Brabant