Pelgrimstocht vanuit Eersel, een eeuwenoude traditie

EERSEL – Op de laatste zaterdag in juni trekken Eerselse pelgrims, veelal te voet of met de fiets, naar Werbeek. Daar staat een kapel met het beeld van Maria, Onze Lieve Vrouw ter Sneeuw. Al sinds 1661 is de bedevaart een jaarlijkse traditie.

Pelgrims bij de kapel van Werbeek
Foto: Henk van de Klundert

Die ontstond in de periode 1660-1670 toen in de Kempen de pest heerste. De inwoners van Eersel en Veldhoven deden een belofte om elk jaar op bedevaart naar Werbeek te gaan als hun dorpen gespaard bleven. En dat doen ze nog ieder jaar, dit keer op 29 juni. Tegenwoordig is de bedevaart Eersel-Werbeek een folkloristische traditie die het vooral moet hebben van de sfeer, goede gesprekken en de pintjes. Het is in elk geval een hoogtijdag voor pelgrims. Een dag waar ze bij wijze van spreken het hele jaar naar uitkijken.

In alle vroegte, rond vijf uur ’s morgens, begint de bedevaart. Dan vertrekken 30 tot 50 Eerselnaren om te voet naar Retie te lopen, een afstand van twintig kilometer. Ze lopen eerst naar Retie in België om daar de mis in de Sint Martinus kerk van Retie bij te wonen, en lopen dan vervolgens door naar Werbeek.

Organisatie 

Henk van de Klundert uit Eersel was jarenlang de spin in het web van de bedevaart. Hij zit al 40 jaar bij de werkgroep en is al 30 jaar voorzitter van de broederschap van Werbeek. Henk loopt niet, heeft ook nooit gelopen. Hij doet vooral de organisatie, hij is een echte regelneef. Henk zorgt ervoor dat alles goed verloopt. Hij onderhoudt de contacten met de kroegbazen onderweg, met de pastoor, de harmonie en de gilden die meegaan.
“De twee gildes, het Barbara gilde en het Onze Lieve Vrouwen gilde Eersel, gaan op de fiets. Als de pelgrims eenmaal in Retie zijn, gaan we eerst naar de mis. Dat moet allemaal goed geregeld worden,” zegt hij. De mis wordt voorgegaan door de pater Norbertijnen. Er zijn toespraakjes van mijzelf en van de burgemeester van Retie, er zijn cadeautjes en er is erewijn. “Wat ook een mooie traditie is,” vervolgt Henk, “we nemen uit Eersel twee Eerselse smulkoeken mee. Iedereen, de inwoners van Retie ook, eet dan koek uit Eersel.”

Gezelligheid in Retie

Na de mis waaiert het hele gezelschap uit over de cafés en terrassen die Retie rijk is. Ook daarin valt een soort traditie te bespeuren. “Je weet gewoon waar elk gezelschap zit. Die familie zit daar en die groep zit bij dat café. En wat ook zo mooi is, je kunt op de ene plek iets te eten kopen en het op een ander terras opeten. Dat kan dan gewoon. Dat heeft de horeca voor die dag met elkaar afgesproken.” De horeca draait op de pelgrimsdag op volle toeren. Er moet zelfs extra personeel worden ingezet. “Er worden de nodige pintjes gedronken, dat is echt onderdeel van de gezelligheid, maar nooit echt teveel. Je moet toch ook nog terug,” zegt Henk.

Het is een dag met rijke tradities. De gildes verzorgen een optreden met onder meer vendelzwaaien en de Eerselse harmonie speelt een mooi stukje muziek. De bedevaart eindigt in de kapel van Werbeek, twee kilometer verderop.

Jan de Mol

“Dat is zo mooi hè,” vertelt Jan de Mol. Hij heeft de bedevaart tien keer gelopen, maar sinds twee jaar gaat hij op de fiets, samen met zijn vrouw Diny. “Dan zingen we Marialiedjes, binnen en buiten de kapel. Dat klinkt prachtig.” Jan gaat sinds zijn pensioen, zeventien jaar geleden, geregeld mee. “Ik kan nog goed wandelen, maar mijn vrouw niet meer. En dan ga je gewoon samen op de fiets. Je wilt het niet missen.”

Hij vertelt vol passie wat de bedevaart zo bijzonder maakt. “Je hoort er echt bij. Ik woon sinds 1968 in Eersel. Ik ben dus geen ‘echte’ Eerselnaar. Maar ik voel me wel helemaal opgenomen en ik ben helemaal ingeburgerd. En dat voel je heel erg tijdens de bedevaart. Het verbindt de mensen met elkaar.” Het zijn ook de goede en bijzondere gesprekken die onderweg worden gevoerd. Soms gaat het over familie, of iets wat iemand heeft meegemaakt in de thuissituatie. Jan en Diny hebben de pelgrimstocht vaak samen gelopen, maar niet de hele tijd mét elkaar. “Ik loop vaak met de mannen op, Diny met de vrouwen. Soms zien we elkaar onderweg niet, maar komen elkaar in Retie weer tegen. Dan hebben we later weer wat te vertellen aan elkaar”. Tegenwoordig fietsen ze samen. En ook daar genieten ze van. Maar het allermooiste is toch te voet gaan door de bossen. De goede gesprekken en de vogeltjes.

Een nieuwe generatie

Inmiddels is de liefde voor de pelgrimstocht ook overgeslagen op hun dochter. Ze zit in de organisatie. Gelopen heeft ze nog niet. “Dat past niet zo in hun drukke leven.” Maar gezien het enthousiasme dat haar ouders op haar hebben overgedragen, zal het niet lang meer duren.