Veldhovense Arie draagt zelden gewone schoenen
VELDHOVEN – Arie van der Zanden (83) draagt meestal wandelschoenen. Gemiddeld loopt hij vier dagen per week afstanden van 25 tot 30 kilometer. Dinsdag 16 juli neemt de Veldhovenaar voor de vijftigste keer deel aan de Nijmeegse Vierdaagse.
Vijftig keer de Vierdaagse lopen. Dat is weinigen gegeven. “Ik loop de Vierdaagse voor mijn plezier, continu loop ik met een lach op mijn gezicht”, zegt de kwieke Veldhovenaar. Als tiener wordt hij lid van een wandelvereniging, later gaat hij individueel wandelen. Gaandeweg adviseert hij ook anderen die willen gaan wandelen.
Arie loopt het hele jaar door, weer of geen weer. “Ik loop vooral in de natuur. Gemiddeld wandel ik vier dagen per week in een straal van circa vijftien kilometer rondom mijn woning. Ook tijdens vakanties wandel ik. Samen met mijn echtgenote Marijke loop ik jaarlijks zo’n vijftien georganiseerde tochten van 20 à 25 kilometer.”
Pol gras
Hij heeft de keuze uit vijf paar wandelschoenen. “Mijn wandelschoenen laat ik een of twee keer verzolen. Voor ze verzoold worden, loop ik er zo’n 1.300 kilometer mee. Na elke keer verzolen komt daar nog 1.000 kilometer bij.” Goed onderhoud van het schoeisel is belangrijk, weet hij. “Je moet afwisselen met je schoenen, goed laten drogen, maar niet bij de verwarming. En ik vet ze in met speciaal ledervet. Ik loop verder altijd in vochtregulerende kleding. Tegen schraalheid tussen de benen heb ik een tip. Als ik veel transpireer op warme dagen, pak ik een pol gras en stop die in mijn broekzak. Het gras trekt vocht aan en voorkomt daarmee schraalheid.”
In zijn heuptasje gaat altijd een poncho mee voor als het onderweg flink gaat regenen. “Jaren geleden hebben we een keer een editie gehad dat het vier dagen regende. Dat was de minst prettige voor mij.’ Onderweg vormt het publiek een grote steun voor de wandelaars. ‘Dat is zo onvoorstelbaar mooi. Ook zie je kleine kinderen met een trommeltje dropjes die dat de lopers aanbieden. Zelfs in de editie met de vier dagen regen bleef het publiek zitten om de wandelaars te steunen. De sfeer is echt geweldig.”
Ook over de loyaliteit onder de deelnemers is Arie te spreken. “Als je hulp nodig hebt, krijg je die. Als ik zie dat iemand het moeilijk heeft, bied ik die even afleiding en dan gaat het wel weer. Elk jaar tref ik weer mensen die ik ken van eerdere edities. Ook bij de start en op de camping heb ik leuke contacten met andere deelnemers.”
Peesschedeontsteking
De 49 edities liep hij zonder problemen. Eén keer had hij in de beginjaren een probleem. “Ik droeg nieuwe hoge wandelschoenen die ik veel te strak gestrikt had. Dat leverde me een lichte peesschedeontsteking op. Maar ik heb die editie wel uit kunnen lopen. Vanaf toen wist ik: je moet zorgen dat je voeten lekker in je schoenen zitten.” Om zich te beschermen tegen de zon draagt hij altijd een pet of hoed. “En ik loop nooit in een korte broek, zeker niet in de natuur. Ik wil me beschermen tegen ongedierte.”
Voor onderweg neemt hij een broodje met droge worst mee en een bidon met koude thee of drinkyoghurt. “Daar loop ik de dertig kilometer tijdens de Vierdaagse op. Tot mijn standaarduitrusting behoort ook mijn telefoon en camera. Elke dag maak ik vijftig tot zestig foto’s van de route. Ook als ik ga trainen, maak ik onderweg veel foto’s. Thuis bewaar ik die allemaal in mapjes op mijn computer.”
Start
Dinsdag 16 juli staat hij met 47000 andere wandelaars in Nijmegen aan de start. “Na het ontbijt op de camping fietsen Marijke en ik naar de startlocatie. De dertig kilometer start tussen 07.00 en 08.00 uur. Marijke zwaait de lopers uit en moedigt ons onderweg nog ergens aan. Op een app kan ze zien waar ik loop. Bij de finish wacht ze mij op, waarna we weer rustig naar de camping fietsen. ’s Avonds genieten we van de omgeving, maar we gaan wel op tijd slapen.”
Op vrijdag 19 juli wacht Arie een bijzonder moment. “Ik heb een uitnodiging gekregen van de marsleider om me te melden bij de eretribune. Dan krijg ik de herinnering voor mijn vijftigste Vierdaagse van hem overhandigd.” Dit speciale ‘kruis voor betoonde marsvaardigheid’ krijgt thuis een mooi plekje op een tableau aan de muur, waar al zijn andere wandeltrofeeën een plaatsje hebben. En wat doet de fanatieke wandelaar na het behalen van deze mijlpaal? “Ik zeg niet dat ik nu stop. Ik haal veel plezier en voldoening uit het wandelen. Ik geniet van het buiten zijn en van alles in de natuur.”