
De burgemeester besloot de woning voor zes maanden te sluiten vanwege de verstoring van de openbare orde. De bewoner maakte bezwaar en stapte naar de rechter. In augustus oordeelde de voorzieningenrechter dat de duur van de sluiting onvoldoende was gemotiveerd en werd de maatregel verkort tot 21 oktober. Daarna hield de gemeente bij een nieuwe beslissing vast aan dezelfde sluitingsduur, waarna de bewoner opnieuw naar de rechter ging.
De rechtbank concludeert nu dat de burgemeester de woning niet meteen voor zes maanden had mogen sluiten. Volgens de rechter is sprake van een zogenoemde omgekeerde benadering: eerst een lange sluiting opleggen en daarna pas kijken of deze kan worden verkort. Een woningsluiting mag alleen zolang duren als het pand daadwerkelijk een dreiging vormt voor de openbare orde. Door vooraf een lange sluiting op te leggen, wordt de bewoner volgens de rechtbank onterecht beperkt in zijn rechtsmiddelen.
Ook heeft de burgemeester volgens de rechtbank te weinig rekening gehouden met het feit dat de woning op 21 oktober weer is geopend. De rechtbank zet vraagtekens bij het nut van een nieuwe, korte sluiting na een langere periode van openstelling.
De rechtbank heeft het besluit van de burgemeester daarom vernietigd. Hij moet nu opnieuw een beslissing nemen over het bezwaar van de bewoner.
Weet jij nieuws van bij ons? Tip ons!
Stuur je tip, verhaal en/of foto of video naar de redactie: redactie@1kempen.nl