De gronden zijn al sinds de jaren tachtig eigendom van Staatsbosbeheer, maar waren uitgegeven aan verschillende lokale pachters. De percelen werden gebruikt voor de teelt van maïs, asperges, aardappelen en andere gewassen. "De pachters zijn volledig schadeloos gesteld met een overheidsbijdrage uit de subsidieregeling Realisatie Natuurnetwerk Brabant", vertelt Erik Schram, faunacoördinator Noord-Brabant en senior boswachter publiek.
Met het beschikbaar komen van deze percelen voor natuur kan ook de bodem- en waterhuishouding verbeterd worden, vertelt Schram. Dat draagt volgens hem bij aan een gezond ecosysteem waar ook de natuur in de verdere omgeving van profiteert. "Soorten als boomleeuwerik, nachtzwaluw en roodborsttapuit profiteren hiervan", aldus Schram. "Zij vervullen een belangrijke rol als typische doelsoorten van het heidelandschap."
Schram vertelt dat de eerste jaren de percelen zullen worden uitgemijnd. Uitmijnen is een vorm van natuurontwikkeling over een langere periode. Het is een aangepaste beheermethode gericht op het afvoeren van een teveel aan voedingsstoffen. Door deze techniek in te zetten, verloopt de overgang van landbouw naar natuur geleidelijk. "Er worden tijdelijk bepaalde gewassen geteeld als overgangsbeheer, ter voorbereiding op het langere termijn beheer, zoals bosaanplant of graslandbeheer."
Weet jij nieuws van bij ons? Tip ons!
Stuur je tip, verhaal en/of foto of video naar de redactie: redactie@1kempen.nl