
De zorgen van de ZLTO komen vooral door de hoeveelheid aan besmettingen in de rest van Europa. De ZLTO ziet momenteel geen aanwijzingen voor overdracht tussen bedrijven, maar wijst op de rol van wilde vogels. “De uitbraken komen hoogstwaarschijnlijk door insleep via wilde vogels, waarin het virus nu veel voorkomt”, legt Litjens uit. “Omdat wilde vogels overal kunnen voorkomen, is elke besmetting een losstaand incident.”
Bij een besmetting wordt altijd een 3-kilometer beschermingszone en een 10-kilometer bewakingszone ingesteld. De beschermingszone is het dichtstbijzijnde gebied met de strengste regels. De bewakingszone is het gebied met iets minder strenge regels. In de Nederlandse 10-kilometerzone vanuit het besmettingsgebied in Pelt, liggen acht pluimveebedrijven. Deze hebben voor nu dan ook een vervoersverbod gekregen. “Deze maatregelen zijn nodig om verspreiding naar andere delen van het land te voorkomen”, licht Litjens toe.
Voor hobbyhouders geldt een afschermplicht. Dit zodat hun dieren niet in contact kunnen komen met wilde vogels. Ook waarschuwt de ZLTO om gevonden zieke of dode wilde vogels niet aan te raken, maar te melden bij de dierenambulance, gemeente of terreineigenaar. “Zo verkleinen we samen het risico op verspreiding”, benadrukt Litjens.
Ondertussen blijven pluimveehouders inzetten op strikte hygiëne: beperkt bezoekersbeleid, douchen voor externe medewerkers, wisselen van kleding en laarzen per stal en schone erven. “Door deze maatregelen consequent toe te passen, verkleint de pluimveehouder stap voor stap het risico op vogelgriep”, aldus Litjens.
Weet jij nieuws van bij ons? Tip ons!
Stuur je tip, verhaal en/of foto of video naar de redactie: redactie@1kempen.nl